Een droog heidegebied herken je aan de struikheide. Deze struiken bloeien vanaf het eind van de zomer met vele kleine paarse bloemetjes. Tussen de struikheide groeien allerlei kruidachtige plantjes, zoals muizenoor en gewoon biggenkruid. De bodem van heidegebieden bestaat uit zand. Er zitten weinig voedingstoffen in de bodem.
Grazende schapen
Waar nu heidegebieden zijn, was vroeger bos. De bomen werden gekapt, zodat er schapen gehouden konden worden. Dankzij de schapen kwamen boeren aan mest voor op hun akkers. Tegelijkertijd zorgden de schapen er met hun gegraas voor dat het bos niet terug kon groeien. Als er te veel schapen in een gebied graasden, gebeurde het soms dat ook de heidestruiken verdwenen en er een grasland ontstond.
In de buurt van Nijmegen
Door kunstmest was de mest van schapen niet meer nodig. Veel heidegebieden verdwenen daardoor. Rond Nijmegen vind je nog heidegebied op de Mookerheide.