Vlechtheg en hakhoutwal
Vlechtheg
Vlechtheggen werden gebruikt om koeien en ander vee binnen een gebied te houden. Deze heggen bestonden uit struiken van dezelfde soort, zoals meidoorn, sleedoorn, es of hazelaar. De struiken werden op een speciale manier gesnoeid. Daardoor groeiden er na het snoeien veel nieuwe, jonge takken. Al die takken groeiden samen uit tot een ondoordringbare heg.
Hakhoutwal
Een houtwal is een soort dijkje begroeid met bomen en struiken. Hakhoutwallen groeien helemaal dicht. Veel vogels en kleine zoogdieren vinden er dan ook een plaats om te schuilen of om een nest te bouwen. Ook is er voor deze dieren veel voedsel te vinden. Vroeger werden hakhoutwallen gebruikt om de grenzen van een stuk land aan te geven. Het hout dat in de wal groeide werd geoogst om er schoppen en andere gereedschappen, bonenstaken en weidepaaltjes van te maken.
In de buurt van Nijmegen
Veel hakhoutwallen zijn verdwenen. Rond Nijmegen zijn ze nog te vinden om oude boerderijen, weilanden en akkers in de Ooijpolder.